Volgens een nieuw onderzoek kan de voeding van uw kat van invloed zijn op zijn gezondheid. Het onderzoek onthulde hoe overeten de spijsvertering en het darmmicrobioom van een kat beïnvloedt.
+ Deze video van dansende honden is het schattigste dat je vandaag zult zien
+ Train je kat om deze 10 indrukwekkende trucjes uit te voeren
+ Uitdaging: Kun jij de kat tussen de duiven vinden in 7 seconden?
Onderzoekers van de Universiteit van Illinois Urbana-Champaign onderzochten de effecten van overeten en overgewicht op het spijsverteringsstelsel en het darmmicrobioom van katten.
“Ongeveer 60% van de katten in de VS heeft overgewicht, wat kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals diabetes en chronische ontsteking”, zei Kelly Swanson, corresponderend auteur van de studie, gepubliceerd in het Journal of Animal Science.
“Terwijl veel studies gewichtsverlies bij katten hebben onderzocht, is er weinig aandacht besteed aan het tegenovergestelde proces, wat ook belangrijk is.”
“In dit onderzoek wilden we meer te weten komen over de metabolische en gastro-intestinale veranderingen die optreden als gevolg van overmatig eten en gewichtstoename bij katten”, voegde ze eraan toe.
De onderzoekers rekruteerden 11 gesteriliseerde volwassen vrouwtjeskatten. Na twee weken van initiële metingen en het eten van standaard droog kattenvoer, mochten ze zoveel eten als ze wilden gedurende 18 weken, terwijl onderzoekers regelmatig bloed- en fecesmonsters verzamelden en fysieke activiteit monitoriden.
De katten verhoogden onmiddellijk hun voedselinname aanzienlijk en begonnen gewicht aan te komen. Aan het begin van de studie was de gemiddelde lichaamsconditiescore van de katten 5,41 op een schaal van negen.
Echter, na 18 weken overeten steeg dit naar 8,27, wat overeenkomt met 30% overgewicht. De score is analoog aan de body mass index (BMI) voor mensen.
De onderzoekers analyseerden veranderingen in de fecesproductie, de gastro-intestinale transitietijd, de spijsverteringsefficiëntie (verteerbaarheid van voedingsstoffen) en de bacteriële samenstelling van het microbioom gedurende de 20 weken durende studie.
“We ontdekten dat naarmate de katten meer aten en gewicht wonnen, de gastro-intestinale transitietijd werd verkort, evenals de spijsverteringsefficiëntie”, legde Swanson uit.
“Wanneer het lichaam minder voedsel krijgt, zal het efficiënter zijn in het extraheren van voedingsstoffen. Maar wanneer de hoeveelheid voedsel toeneemt, gaat het sneller door het spijsverteringssysteem en worden er minder voedingsstoffen geëxtraheerd in het proces.”
“De verandering in gastro-intestinale transitietijd was een nieuwe ontdekking en een mogelijke reden voor de verandering in het fecale microbioom. Toekomstige studies moeten de meting van de transitietijd overwegen om modificaties in het microbioom van huisdieren beter te verklaren”, benadrukte Swanson.